lexgroep.nl

Huub Pragt

woensdag, 25 januari 2017

‘Kracht van Lexgroep was enorm’

lexgroep.nl Huub Pragt
Huub Pragt Nederlands kampioen marathon (Helmond, 1989) Winst Marathon Leiden (2.20:43, 1991) PR op marathon 2.19.47 (Rotterdam, 1991) Deelname aan 5.000 meter AP Memorial (13.57)
lexgroep.nl 3 maart 2013	Ton van Bemmelen Sports Loop (Leiden)
3 maart 2013 Ton van Bemmelen Sports Loop (Leiden)
Huub Pragt Persoonlijke records baanafstanden
800m 1.56.7 
1500m 3.51.15 
3000m 8.04.79 
5000m 13.57.82 
10.000m 29.42.53 
Persoonlijke records wegafstanden
15km 45.23 
10EM 48.36 
1/2mar 1.04.14 
Marathon 2.19.47
Huub Pragt Persoonlijke records baanafstanden 800m 1.56.7 1500m 3.51.15 3000m 8.04.79 5000m 13.57.82 10.000m 29.42.53 Persoonlijke records wegafstanden 15km 45.23 10EM 48.36 1/2mar 1.04.14 Marathon 2.19.47
Egyptoloog Huub Pragt is overtuigd van mogelijke vindplaats graf Mencheperra; lexgroep; egyptologie
Egyptoloog Huub Pragt is overtuigd van mogelijke vindplaats graf Mencheperra
1/4
Huub Pragt
‘Kracht van Lexgroep was enorm’
Naam: Huub Pragt
Geboortedatum: 28 juli 1961
Geboorteplaats: Eindhoven
Woonplaats: Hilversum
Periode in Lexgroep: 1980-1998
Beste hardloopprestaties:
• Nederlands kampioen marathon (Helmond, 1989)
• Winst Marathon Leiden (2.20:43, 1991)
• PR op marathon 2.19.47 (Rotterdam, 1991)
• Deelname aan 5.000 meter AP Memorial (13.57)

Afkomstig van de ‘Belgische atletiekschool’, wist Huub Pragt in eerste instantie niet wat hij meemaakte, toen hij zich in 1980 vlak voor zijn 19e verjaardag aansloot bij de trainingsgroep van Lex van Eck van der Sluijs. Geen lange duurlopen meer! Het moest toch niet gekker worden! Toch gaf Pragt zich meteen volledig over aan de trainingsmethodes van zijn nieuwe leermeester, die hij tijdens en ook ná zijn carrière enorm is gaan en blijven waarderen. Net als de Lexgroep zelf: ‘Ik heb enorm veel te danken aan Lex, maar zeker ook aan de atleten van de Lexgroep. De kracht was enorm’.

‘Ook na zoveel jaren kan ik mij nog altijd heel goed herinneren hoe ik in contact kwam met mijn trainer Lex. Dit was aan het begin van de zomer van 1980. Mijn atletiekcarrière was drie jaar eerder in het Belgische Tongeren begonnen. Daar had ik geleerd wat het woord ‘afzien’ betekent. Zelfkastijding werd niet alleen bij wedstrijden ingezet. Ook de vele duurtrainingen waren voor mij als 16-jarige loper zwaar en omvangrijk. Ik ben na mijn eerste atletiekjaar vanuit België naar Nederland verhuisd. Bij de atletiekvereniging GAC in Hilversum werd het juist afgeraden om op die leeftijd zo veel te trainen. Ik heb in de twee jaar dat ik daar lid was dan ook niet veel gelopen, hooguit een paar keer per week. Toen ik in Leiden wilde gaan studeren, ben ik naar Zoetermeer verhuisd en zocht ik een nieuwe atletiekvereniging. Dat werd dus AV Ilion, waar ene Lex van Eck van der Sluijs de trainer voor de midden- en langeafstand was. Net als tijdens mijn overgang van Tongeren naar Hilversum, kreeg ik ook nú de schok van mijn leven. Mijn coach in Hilversum had bij mijn overgang gevraagd of ik in de zomer drie keer wilde gaan trainen. Ik antwoordde dat ik drie keer per dag wel wat veel vond. Bleek dat hij drie keer per week bedoelde, terwijl ik in België al gewend was om dagelijks te trainen! En toen ik mij bij Lex aansloot, kreeg ik weer zoiets vreemds te horen. Lex vertelde dat het voorlopig afgelopen was met de lange duurlopen! Ongelooflijk, ik wist niet wat ik meemaakte, ha ha. Ik liep als tiener al regelmatig een duurloop van anderhalf uur en dat zou nu niet meer mogen? Bizar vond ik het. Wat er echter voor in de plaats kwam: regelmaat. Dat vond ik zelf ook prima. Hardlopen werd voor mij toen net zo gewoon als eten en drinken, het hoorde bij de dagelijkse bezigheden. Overigens ging ik er wel meteen in mee hoor, ik had er zeker wel vertrouwen in, moest alleen wennen aan het idee dat het zo ook kon, terwijl ik in België gewend was veel en hard te trainen.

‘Als kind droomde ik al van deelname aan de marathon op de Olympische Spelen. Die droom heb ik gedurende mijn topsportcarrière altijd nageleefd, maar het is uiteindelijk niet gelukt. Maar al mijn trainingsarbeid in de Lexgroep heeft wel altijd in het teken gestaan van die droom. Toen Lex hoorde van mijn ambitie, zei hij doodleuk tegen mij: “Als je dat écht wilt, dan moet je zeven jaar uittrekken om via de wedstrijdatletiek stapje voor stapje dáár te komen waar je wilt zijn.” Inderdaad, een lange periode, maar ik accepteerde dat meteen. Ik had vanaf het begin vertrouwen in Lex, luisterde goed naar hem. Ik begreep ook dat hij nooit zomaar iets zei. Ik herinner mij bijvoorbeeld die keer dat hij naar mij toe kwam met een trainingsschema voor twaalf weken. “Doe dit nu maar en stel niet meteen allerlei vragen,” zei hij. “Na die drie maanden ben je veel sneller, dat garandeer ik je.” Ik voerde het uit en inderdaad: de progressie was groot na drie maanden. Een bewijs van zijn vakmanschap, wat ook niet vreemd was. Hij had destijds als middenafstandloper getraind onder Herman Verheul van AV Phoenix te Utrecht. Gerenommeerde topatleten als Klaas Lok en Joost Borm waren zijn trainingsmaten van weleer. Van die periode heeft hij waarschijnlijk heel veel geleerd.

‘Het was overigens niet zo dat je zeven jaar lang alléén maar dacht aan het einddoel: de marathon. Nee, het traject ernaartoe bood ook tal van uitdagingen. We liepen op de baan, in het veld, op de weg, dus het was voor mij zeker niet saai. Ook de trainingen waren een genot om mee te maken. We hadden daarbij ook een heel leuke groep met goede lopers als Patrick Aris, Dickjan Hoogstraten, Maarten Wakelkamp, Pieter Fris en Jos van Leeuwen. We vormden een hecht team, stimuleerden elkaar naar betere prestaties. Lex was daar ook erg op gefocust. Als we het vaartspel gingen trainen, zei hij: “Zoek elkaar op, ga met elkaar sparren en loop elkaar niet meteen zoek.” Dat collectieve in de trainingen en ook wedstrijden, waar we samen naar toe gingen, sprak mij enorm aan, daar hield ik van.

‘In 1983 leerde ik binnen de groep ook Joke Kleijweg kennen. Twee jaar na onze eerste ontmoeting kregen we een relatie. Vanaf dat moment namen we het besluit om serieuze topsport te gaan bedrijven. Dat was weer een stapje verder en serieuzer dan wedstrijdatletiek. Het betekende dat je definitief de keuze maakte om fulltime met je sport bezig te zijn. Dat hield in dat we gedurende enkele jaren enorm intensief met elkaar optrokken en elkaar ook motiveerden.

Hoe konden we onze prestaties nóg meer verbeteren, dat was altijd de centrale vraag. Het was typerend voor Lex dat hij ook op zoek ging naar de mentale aspecten van de sport. Hij stuurde ons bijvoorbeeld naar Rob Rijk in Utrecht, die ons leerde om wedstrijden en ook andere situaties te visualiseren, zodat je overal op voorbereid was, met als uiteindelijk doel om in elke situatie rustig te kunnen blijven en je te kunnen focussen op de sportieve prestatie. Dat wierp zijn vruchten af. Ik stond vaak heel ontspannen aan de start omdat ik rust in mij had, daar waar anderen maar liepen te ijsberen. Zo was je continu op zoek naar de ideal perfomance state, zoals we dat noemden. ‘Míjn perfecte wedstrijd was gek genoeg niet eens een marathon, al ben ik wel Nederlands kampioen geworden in deze discipline. Nee, als ik dan toch een wedstrijd moet kiezen die op mij de meeste indruk heeft gemaakt, dan ga ik toch voor mijn 5.000 meter tijdens de Adriaan Paulen Memorial in Hengelo in 1986. Ik mocht daar eigenlijk helemaal niet starten, omdat ik volgens de organisatie veel te traag voor dat niveau was. Maar door een vergissing kreeg ik toch een uitnodiging en startbewijs toegestuurd. Ik ben er met Lex naartoe gegaan, maar de organisatie probeerde van alles om mij toch maar vooral de 1.500 meter in het bijprogramma te gaan lopen en niet die 5.000. Maar ik hield voet bij stuk, wilde per se starten op de 5.000 meter, dát was mijn afstand! Uiteindelijk zwichtte de organisatie, al moest ik beloven dat ik achterin zou starten en aan de buitenkant zou gaan lopen als ik gedubbeld werd. Dat spraken we af. Ik kon echter goed volgen en na ongeveer 3.000 meter zakte het tempo iets, waardoor het gehele veld weer bij elkaar kwam. Vanuit het achterveld naderde ik de kopgroep en ik besloot erop én erover te gaan! Zo liep ik op zo’n anderhalve kilometer van de finish opeens voorop! De speaker, die mij kende uit Leiden, waar ik op dat moment studeerde, en ook het publiek – toch zo’n 20.000 mensen – ontploften werkelijk van enthousiasme! Iedereen juichte voor mij, hier was een enorme stunt in de maak! Ik voelde mij voor de wedstrijd al super, maar nu was ik helemaal los, zowel fysiek als mentaal. Uiteindelijk won ik de wedstrijd niet, daar was de concurrentie echt te goed voor, maar finishte keurig in de middenmoot en liep een nieuw pr, dat ik terugbracht van 14.20 naar 13.57. Ongelooflijk en onvergetelijk was het. Jaren later spraken mensen mij er nóg op aan.
‘Een ander hoogtepunt was toch wel dat ik tien jaar na de dood van Ivo van Damme in 1986 mee mocht doen aan de Ivo van Damme Memorial. Ik vergeet nooit de dag dat ik hoorde dat mijn grote hardloopvoorbeeld bij een auto-ongeluk om het leven was gekomen. Afschuwelijk. Maar des te mooier was het om tien jaar later te kunnen starten in Brussel. Zo zijn er heel veel mooie momenten in mijn hardloopcarrière geweest, wat het mislopen van de Olympische Spelen in 1992 in Barcelona toch enigszins verzachtte. Die hoogtepunten had ik nooit kunnen bereiken zonder de aanwezigheid van de andere leden van de Lexgroep. De kracht van de Lexgroep was enorm en dat bereik je alleen maar samen. Ik ben mijn mede-atleten van toen nog altijd enorm dankbaar voor die prachtige tijd.’

Lex van Eck van der Sluijs over Huub Pragt
‘Huub kwam als liefhebber zomaar binnengewandeld bij Ilion. In het begin was hij altijd te laat. Maar plotseling had hij de focus en scoorde hij op twee fronten: hij werd Nederlands kampioen op de marathon én hij studeerde af in de Egyptologie. De trainingen in de Lexgroep waren op zijn lijf geschreven. Van nature was Huub niet heel snel, maar de snelheid die hij had kon hij wel heel lang vasthouden. Daarin speelde zijn trainingsprogramma een doorslaggevende rol. De trainingsomvang was door de intervaltrainingen en de daarin verwerkte relatief lange draafpauzes groot. Die draafpauzes kon je beschouwen als ingebouwde 'duurloopjes', altijd gelijk aan de tempo-afstand. Huub hield van de variatie in elke vaartspeltraining en was gek op wedstrijden. Hij liep veel wedstrijden over verschillende afstanden, waarbij hij een keer per week zichzelf maximaal belastte. Hij was in de wedstrijd een tactische meester, die zelfs uit vorm de wedstrijd nog naar zijn hand kon zetten.

Huub heeft mijn passie voor het lopen sterk gevoed. We hadden vaak brainstormsessies, daar was Joke ook regelmatig bij. We spraken over doelen, het leven, de club en de KNAU. Joke ging dan op een bepaald moment naar bed, Huub en ik discussieerden door tot in de late uurtjes. Dat was magic. Huub beschikte en beschikt nog altijd over de X-factor; ik durf te zeggen dat de Lexgroep zonder hem nooit had gestaan waar hij nu staat.

Wat ik ook nooit vergeet: ooit gingen we als toeschouwer naar de Ivo van Damme Memorial in Brussel. Later zou hij er zelf lopen op de 10 kilometer. Een droom kwam daarmee voor hem uit! In ‘zijn’ België mocht hij in een bomvol stadion een Diamond League-wedstrijd (huidige benaming, FL) lopen. Wat waren we trots!’
+